Een klein bedankje

Het is natuurlijk makkelijk kritisch te zijn als kind tegenover de ouders. Het ouderschap is iets dat ik nog niet heb mogen ervaren en hoewel ik het graag beter wil doen dan mijn ouders hebben zij mij ook veel meegegeven dat ik hoop door te geven. Ik wil niet ingaan op de financiële voordelen die mijn ouders tot de dag van vandaag mij meegeven. Niet omdat het minder waarde heeft maar, omdat het in zekere mate als compensatie voor vele andere dingen wordt gebruikt. Ik wil wel spreken over de vele mogelijkheden die mijn ouders mij hebben gegeven ondanks vele diepgewortelde tradities en gewoontes. Ook wil ik spreken over mijn eigen verantwoordelijkheid hierin.

Ik zie het bij veel meiden uit de Hindoestaanse gemeenschap: liegen. Het is de standaard. Wat de oorzaak ook mag wezen, we gaan er tot op de dag van vandaag in mee. Liegen over vriendjes, liegen over uitgaan, liegen over rund of varken eten etc. etc. Ik heb het ook gedaan. Toen ik eerlijk vertelde over mijn eerste afspraakje met mijn ex-vriend kreeg ik een negatieve reactie van mijn vader. Toen ik toch doorging met daten en uiteindelijk een relatie kreeg was ik alsnog niet open. En hoe stom ik het vind om te vertellen, doormiddel van een zuigzoen viel ik door de mand. Ik werd ‘gedwongen’ het uit te maken of zeiden mijn broer en vader ‘er niet over te willen praten’. Lange tijd ging ik hier ook in mee. Ik was 15 jaar oud en wist niet zo goed welke waarden ik belangrijk vond en hoe belangrijk het is om hier aan vast te houden. Dit kreeg ik ook niet mee van uit huis. Op mijn 18e ging ik dan ook in therapie. En op mijn 22e bezocht ik ook een levenscoach. Uiteindelijk, als bijna 25-jarige volwassen vrouw kan ik hierop terug kijken, mijn eigen verantwoordelijkheid nemen en toch het gesprek aan gaan met mijn ouders.

Dit is dan ook één van de mogelijkheden die mijn ouders mij hebben gegeven waar ik verder op in wil gaan. In een tijd waar ik aardig in de knoop zat met mezelf, hebben mijn ouders geprobeerd er een weg in te vinden samen met mij. Vanaf 15-jarige leeftijd ging ik alleen reizen, had ik een moeizame tijd op school en kwam ik vaker straal bezopen thuis. En dan noem ik nog maar een paar dingen van de vele andere dingen die mijn ouders niet begrepen of mee konden omgaan. Het was moeilijk voor mijn ouders om een kind als ik op te voeden. Juist omdat, ik mij altijd afzet tegen alles wat zij kenden en konden. Toch hebben zij, in hoever zij konden, hun best gedaan. In de westerse wereld zijn vrijheid en gelijkheid zulke vanzelfsprekende begrippen, maar in de Hindoestaanse gemeenschap is dat niet zo. Het feit dat ik uit mocht gaan, dat ik alleen mocht reizen en dat mijn ouders uiteindelijk vriendjes hebben geprobeerd te accepteren of hebben toegestaan dat ik ongetrouwd ging samenwonen, is al héél veel voor hun. Uiteindelijk, waren zij ook bereid om mee te gaan naar mijn coach en konden wij onder begeleiding het gesprek aan gaan.

In onze maatschappij en zeker in onze cultuur zit er echter, nog een stigma op therapie. Dingen die mijn ouders (en vele anderen) hebben meegemaakt, wat het betekende om te verhuizen van Suriname naar Nederland, wat het betekent om een Hindoestaanse vrouw of man te zijn, zijn allemaal onderwerpen waar eigenlijk echt een expert voor nodig is. Als niet professioneel durf ik het onverwerkte trauma’s te noemen, die op generaties door gegeven kunnen worden. Het uit zich in slechte communicatie, overdaad aan alcohol, agressieve mannen, onderdanige vrouwen of juist kinderen zonder grenzen, trouwen zonder echt achter deze keuze te staan en nog vele andere dingen. Hierover praten is niet de standaard in onze gemeenschap en uit ervaring kan ik het echt een zware, oneindige struggle noemen. Maar als je deze column leest, of vele andere stukken, boeken, tv-series en veel meer hoort of ziet, daag ik je uit het gesprek aan te gaan. Soms met je ouders, maar soms ook met je broers of zussen, neven en nichten. Samen kunnen we proberen stigma’s en taboes binnen het opvoeden bespreekbaar te maken en te doorbreken, because it really does takes a village.

Geschreven door Madhavi Gharbharan